Ons land is door zijn bodem en ligging bizonder geschikt voor de groenteteelt. Groenten hebben een vruchtbaren bodem en vrij veel vocht nodig.
Nu, aan deze twee voorwaarden voldoet ons land uitstekend. Ook de vele vaarten en sloten, die Nederland doorsnijden, hebben al van oudsher een geschikte en goedkope gelegenheid geboden, om de groenten te vervoeren.Ons land levert veel groente aan Engeland, Duitsland en België, industrielanden, die zelf niet genoeg groente voor hun behoefte kunnen verbouwen.
Sedert het einde der vorige eeuw is de groenteteelt in ons land voortdurend uitgebreid ook door ’t gebruik van bakken, kassen en warenhuizen (ook wel van glasklokken), waardoor werd bereikt, dat er ’t hele jaar door groenten kunnen worden geleverd.
De belangrijkste groenten voor den uitvoer zijn wel sluitkool (koolsoort met gesloten bladeren als de rode en witte kool) bloemkool, uien en sjalotten, komkommers en augurken, tomaten, wortelen, sla, andijvie, spinazie, bonen enz., terwijl ons land tevens veel vroege aardappelen en veel aardbeien uitvoert.
Vóór 1860 werd de groenteteelt uitsluitend op den kouden grond uitgeoefend, daarna kwam het gebruik van glas voor de zeer vroege groenten, en na 1875 begon men z.g. éénruiters en losse bakken te gebruiken, waardoor vooral de komkommerteelt tot groten bloei kwam en de uitvoer, voornamelijk op Duitsland, krachtig werd aangepakt.
Door de geweldige uitbreiding van de groenteteelt ontstonden evenwel ook misbruiken, met name in den z.g. commissiehandel — zie ook: Commissionair.
Om deze misstanden tegen te gaan, werd door de gemeenschappelijke warmoezeniers van Bovenkarspel in 1887 de eerste groentenveiling opgericht, die weldra over het hele land door andere gevolgd werd.
Thans telt ons land zeer veel veilingen. Bijna iedere plaats van enige betekenis op tuinbouwgebied heeft er een. Het veilingwezen heeft zeer tot den bloei van onze groenteteelt bijgedragen, hoewel ook dit bedrijf als zovele andere, zeer bizonder onder crisissen te lijden heeft. Dat de Nederlandse tuinbouw overigens op zo’n hoog peil staat, is niet alleen aan de gunstige factoren van klimaat, bodem en verkeer te danken, maar vooral ook aan de grote vakkennis en energie van de tuinbouwers zelve.
Tuinbouwscholen en vooral tuinbouwcursussen zijner vele in Nederland.