Op afgelegen plaatsen op het eiland Java — en ook elders in Ned. OoslIndië — wordt de zogenaamde inlandse geneeskunde uitgeoefend door een doekoen.
Deze inlandse geneeskundige, soms een man, maar meestal een vrouw, verleent hulp bij verschillende ziekten, welke hulp veelal gepaard gaat met toverspreuken, bezweringen, droomuitlegging, enz. Gewoonlijk genieten deze personen bij de bevolking des te meer vertrouwen naarmate zij ouder zijn.
Hun kennis is veelal op overlevering gegrond, doch hun geneesmiddelen tegen inwendige ziekten hebben soms een verrassend gunstige uitwerking. Wellicht speelt het „goed geloof”, dat de bevolking in hen heeft, mede een rol.Onder de Tenggerezen, een volksstam, die op de helling van den Bromo in Oost-Java woont, betekent het woord doekoen ook priester.