Wat is de betekenis van doekoen?

2024-04-27
Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

doekoen

doekoen [medicijnman]. Javaans doekoen.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Doekoen

medicijnman (Ind.); vroedvrouw (Ind.)

2024-04-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

doekoen

: zie dukun.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Doekoen

medicijnman of -vrouw op Java.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doekoen

m. en v. (-s), (Ind.) man, vrouw op Java die de empirische geneeskunst uitoefent, medicijnman, tovenaar ; vroedvrouw.

2024-04-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Doekoen

(Mal.), inlander of inlandse in Indonesië, die op primitiéve wijze de geneeskunde uitoefent; ook vroedvrouw.

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

doekoen

(B.I.) m. en v. inheems geneeskundige, ook: vroedvrouw.

2024-04-27
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

DOEKOEN

naam van de wijze mannen en vrouwen in de Javaanse maatschappij, die ten gevolge van hun bijzondere relaties met de geesten meer weten dan de andere mensen en o.a. op de hoogte zijn van de middelen om bezetenen en zieken te genezen. Zij zijn meer „medicijnmannen” dan geneeskundigen en werken meer met belezen en andere magische middelen....

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doekoen

m. en v. -s (O.-I. inheemse medicijnmeester, vroedvrouw, toverdokter; bij de niet Moslimse Tengerezen: priester).

Gerelateerde zoekopdrachten