Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Cactussen of cactaceën

betekenis & definitie

worden ook wel genoemd toorts- of fakkeldistels. ’t Zijn, zoals je weet vlezige, met stekels bezette planten, afkomstig uit Zuid- en Midden-Amerika.

Er bestaan wel meer dan duizend soorten cactussen en vroeger trok niemand zich daar iets van aan, want ze groeiden in de hete woestijnen, waar hoogstens een paar negers op hun tocht van het ene dorp naar het andere de vreemde en grillige groeisels met hun soms wondermooie bloemen konden bewonderen.

In den laatsten tijd is dit echter anders geworden. Ieder heeft de cactussen leren kennen en in heel veel huizen vinden de baby-cactussen in mooie kleine potjes van aardewerk een plaatsje op het moderne cactusrekje, dat voor het raam prijkt.

De cactussen hebben als alle steppe-planten weinig water nodig en groeien langzaam: de echte liefhebbers vertellen, dat het een spannende sport is, om telkens de nieuwe knopjes uit de fijne, lang behaarde stammen te zien komen.

Nog spannender is de echte cactussenjacht, zoals die in de wildernis voorkomt. Het zoeken naar cactussen in de wildernis is bijna een beroep geworden en een tamelijk gevaarlijk beroep. Ook in Californië worden prachtige cactussen gevonden. Wanneer we tegenwoordig horen of lezen over Californië, dan denken we in de eerste plaats aan Hollywood, maar van de wilde romantische schoonheid van dit land met zijn mijlenverre cactussteppen kunnen we ons nauwelijks een voorstelling maken.

Dagenlang ziet men er niets anders dan steppen: en de geweldige cactusheesters lijken wel spookachtige gestalten, die hun armen omhoog strekken.

Wat wij bij ons cactussen noemen, zijn eigenlijk niets anders dan dwergvormen van een reusachtigen plantengroei, die in den gloed van de Californische zon is ontstaan. Wanneer wij de stekelachtige kogeltjes en de met stekels omrande bladeren, die wij hier te zien krijgen in de tuinen, waar men zich op de teelt van cactussen toelegt, ons tien, twaalf maal vergroot voorstellen, dan hebben we ongeveer de natuurlijke grootte van de cactusheesters, zoals die in de Californische woestijn voorkomen. Prachtige kleurige bloemen in verschillende soorten groeien eraan en als je die ziet tezamen met de schitterende vlinders, die er omheen vliegen, dan kun je begrijpen, dat die „dorre, droge” cactus, zoals wij hem zo dikwijls noemen, de koningin der steppebloemen wordt genoemd.

De Indianen maken uit de bladeren van enkele cactussoorten geneesmiddelen en sterken drank (zie: Pulque). De vloeistof, die bij liters tegelijk in de grote 'kogelcactussen wordt gevonden, heeft vaak menig reiziger, die op ’t punt was in de woestijn te versmachten, gered. Want hoe walgelijk deze vloeistof ook smaakt, ze helpt uitstekend tegen den dorst.

Om cactusjager in Californië te worden, moet een jongen niet alleen moedig en onverschrokken zijn, maar ook een goed kenner: want hij moet nieuwe soorten zoeken en weten, welke planten en zaden het meest geschikt zijn, om naar de beschaafde wereld te worden overgebracht en daar goede resultaten te geven. Hij, komt reuzenexemplaren tegen, om wier kroon de lasso geslingerd wordt en die vervolgens worden omvergetrokken en van de zaden ontdaan, maar ook zulke kleintjes, dat ze nauwelijks zichtbaar zijn en eerst worden opgemerkt, als ze aan de benen der paarden blijven hangen.

Hoe houden zich nu deze cactussen als ze in het vreemde land zijn geïmporteerd? Over ’t algemeen groeien ze langzaam maar geleidelijk en ze hebben een taai leven. Verscheidene soorten vormen rijkelijk spruiten en loten, die zelfs als ze nog aan de moederplant zitten, reeds wortel schieten.

We kunnen bij andere planten, die niet zo snel loten vormen, zelf hiertoe wel een handje helpen. Wanneer namelijk de top of zoals het heet de „groeikegel” van een cactusplant beschadigd wordt, dan zien we soms gebeuren, dat op een andere plaats plotseling lootjes beginnen uit te groeien. Dit komt, doordat de voedingsstoffen van de plant den gewonen weg niet uit kunnen en nu een anderen uitweg zoeken.

Als we nu graag stekjes van onze cactus willen hebben, dan gaan we de natuur een handje helpen: we geven in het uiterste puntje van den top een flinke snede of „onthoofden” haar zelfs helemaal, dit laatste alleen in geval de plant begint te kwijnen en we graag een stekje willen hebben, om de soort in stand te houden.

Het zou ons te ver voeren, om hier uitvoerig te vertellen, hoe je bij het stekken en verzorgen te werk moet gaan. Maar als je hier belang in stelt, dan moet je maar eens lezen: „Cactussen” door J. M. van den Houten, of „Onze cactussen” door G. D. Duursma. Twee handige boekjes, waar je heel wat cactuswijsheid uit kunt halen!