Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Abdij

betekenis & definitie

Abdijen zijn kloosters bestuurd door een abt of abdis. Deze kloostervorm komt alleen voor bij de oude kloosterorden, waarvan de meeste den regel van den H.

Benedictus, al dan niet gewijzigd volgen. Het karakteristieke van de abdij is haar zelfstandig, onafhankelijk bestaan.

Vooral in de Middeleeuwen kwam dit sterk tot uiting, daar ze toen in geen enkel opzicht van de omgeving, ook niet van andere kloosters afhankelijk was. In economisch opzicht beoefende zij, wat we met een modern woord „autarkie” zouden noemen, ’t Was een maatschappij in ’t klein, waarin de monniken zelf het land bebouwden, hun vee hielden, metselden, timmerden enz.

Groot is de verdienste der abdijen geweest voor ’t beschavingswerk in Europa, zowel op stoffe- lijk als cultureel gebied. Ze waren de ontginners der woeste gronden en bewaarden tegelijkertijd in hun bibliotheken de meesterwerken der klassieke litteratuur.

Ook in ons land waren er vele over ’t land verspreid; ik herinner even aan Egmond, Klaarkamp en Bloemkamp in Friesland, Aduard in Groningen, die nu echter niet meer bestaan. Van de nu in Nederland bestaande abdijen noem ik de bekende Benedictijner Paulus-abdij te Oosterhout, die in 1935 te Egmond de nieuw-gebouwde priorij opende, die op den duur weer een zelfstandige abdij zal kunnen worden.

Gebrek aan ruimte verhindert me nog meer over Abdijen te vertellen, maar ik geef je den raad eens een kijkje te gaan nemen in zo’n abdij; dat is de beste manier om er een goed idee van te krijgen.'De gastvrije paters zullen je graag rondleiden.