Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Eerens (D.J. de)

betekenis & definitie

EERENS, (D.J. DE) geboren te Alkmaar, den 17den Maart 1781, scheen, vandeszelfs bakermat af, bestemd te zijn, om het vaderland in gewigtige betrekkingen te dienen. Nog was de negentiende eeuw niet aan den horizon gestegen (1798), of de B DE EERENS gordde de wapenen voor het vaderland aan. Als zeventienjarig jongeling schitterde hij reeds in de rijën der dapperen. Wars van bloote vertooning, kenmerkte zich de jeugdige held al spoedig door een gewigtig wapenfeit, en de geschiedrollen van 1800 mogten reeds den edelen DOMINIQUE JAQUES DE EERENS, benevens zijne daad, vermelden, als waardoor de bevrijding uit 's vijands handen van eenen zijner Officieren werd bewerkt, en zijne spoedige benoeming tot Officier op het slagveld ten gevolge had. De velden van Noordholland, in 1799; van Duitschland, in 1800 en 1801; de kusten van Zeeland, 1803; Hessen en Pruissen, 1806; Zeeland en Braband, 1809; de gewesten van Spanje, 1810 en 1811; die van Portugal en Rusland, 1812; de omstreken van Dantzig, 1813; die van Grave, 1814; en Frankrijk, 1815, waren dan ook achtereenvolgend getuigen van den meer en meer aanwakkerenden heldenmoed van dezen verdienstelijken Broeder, terwijl de wonden, bij die veldtogten door hem bekomen, het zegel op deszelfs daden drukten.

Zoowel de rasse bevorderingen van DE EERENS, in 1807 tot Kapitein, in 1809 tot Luitenant-Kolonel, later tot Kolonel en Generaal-Majoor, in 1826 tot Luitenant-Generaal, en in 1829 tot Directeur-Generaal voor de zaken van oorlog in het vaderland, als ook de hooge onderscheidingsteekenen, welke hem te beurt vielen, (in 1807 zijne benoeming tot Ridder der Unie-Orde van Holland, in 1812 zijne benoeming tot Ridder der Keizerlijke Reunie-Orde van Holland, van het Legioen van Eer, als Chevalier de l'Empire of Ridder des Rijks, in 1819 tot Ridder der derde klasse van de Militaire Willemsorde, in 1820 tot Ridder van den Nederlandschen Leeuw, en in 1831 tot Kommandeur van gemelde Orde), al deze uitstekende verheffingen en onderscheidingen moeten van 's mans gewigtige diensten getuigen, terwijl eindelijk deszelfs benoeming tot Gouverneur-Generaal van Neêrlands Indië het hooge vertrouwen bevestigde, hetwelk DE EERENS zich verworven had, bij het vaderland en bij den Koning.

In welk eene hooge mate de Broeder DE EERENS de leer der Orde van de Vrijmetselarij voorstond, staafde hij gedurende zijnen ganschen levensloop, maar vooral bij zijn verblijf in Spanje, ten tijde, dat onze verhevene Orde aan de hevigste vervolgingen was blootgesteld. Toen was DE EERENS in dat land RegD MD eener LD, en, met de zucht in het hart, tot verspreiding van licht en waarheid, en buiten staat, om zulks in openlijke tempelen te verrigten, getuigen de onderaardsche gewelven van den onvermoeiden ijver in het belang der Orde, en van den verlichten geest van dien Broeder. Hij stichtte elders, als het ware, in het donkere der aarde, geholpen en bijgestaan door twee Roomsch-Katholijke Geestelijken, van de Orde der Kapucijnen, als opzieners, het helderste redelicht. Ook op Java deed de Br DE EERENS zich steeds als een waar en opregt voorstander der Vrijmetselarij op het edelst kenmerken. Immers, hoe hoog ook in rang in het maatschappelijk leven verheven, trad hij meermalen den Tempel binnen, en vervulde in het midden der Broederen als Meester van Eer zijne plaats. Ja, die geest van verlichting en trouw aan de Orde bleef hem ook op zijne sponde bij, en de laatste oogenblikken van het leven diens Broeder droegen het onloochenbaar kenmerk, dat, gelijk hij als een waar Vrijmetselaar had geleefd, hij ook als een trouw lid der Orde de eeuwigheid is ingegaan, om zijn loon van den O B d H te ontvangen. De Br DE EERENS ontsliep den 15d d 4e van het j d W L 5840.

< >