RUSLAND. Ofschoon men weet, dat reeds in het jaar 1731, onder de regering van Keizerin ANNA, door de Groote Loge te Londen, eene Loge in Moskou was opgerigt, en Kapitein JOH. PHILIPS als Provinciaal Grootmeester benoemd was geworden, zoo schijnen toch de Vrijmetselaars vereenigingen in dezen tijd zoo geheim te zijn gehouden, dat tot in het jaar der onttrooning van Keizer PETER III (1762), niets van eene Loge in dat rijk bekend is geworden. Eerst onder de regering der Keizerin KATHARINAII vond er de Vrijmetselarij ingang, en nadat de Keizerin zich een uitvoerig berigt had laten geven, verklaarde zij zien als beschermster der Broederschap, en schonk de Loge Clio te Moskou, hare bijzondere protektie. In 1772 werd JOHANNES YELAGETNE, door de Eng.
Gr. DD tot Prov. GrD MD voor Rusland benoemd. Van dezen tijd af bloeide het verbond in het gansche Russiesche rijk (in den jare 1786 waren er reeds 15 Russiesche Loges bekend), en ook zelfs nog, toen de Keizerin KATHARINA, in het jaar 1792 het berigt ontvangen hebbende, dat vele Loges in staatkundige vereenigingen waren veranderd, zich gedrongen gevoelde der Vrijmetselarij hare bescherming te onttrekken, werd er evenwel in de Loges voortgewerkt, en alle Russiesche edelen behoorden tot het verbond, zoodat de Keizerin, op de Loge-dagen, niet zelden bijna van al hare hofbeambten verlaten was.Bij het aanvaarden der regering door Keizer PAUL, wiens betrekking tot de Vrijmetselarij bekend was, hoopten de Vrijmetselaren, welke hem omringden, op nieuwen bloei, en bekwamen ook protektie van hem, ten einde hun verbond op eenen hoogen trap van glans te verheffen. Toen nogtans de Malthezer Ridder, Graaf LITTAR, in Petersburg aangekomen, uit afgunst op de V.: M.:, den Keizer bewogen had, zich tot Grootmeester der Malthezer Ridders te verklaren, hetgeen den 16den December 1798 geschiedde, doodde hij hierdoor in dien tijd de Vrijmetselarij. De Keizer verbood de zamenkomsten van alle geheime gezelschappen, welke ook, zonder de Vrijmetselarij uit te zonderen of te vermelden, liet zich, door de hem bekende Russiesche hoofden der Loges, bij handslag beloven, dat zij zonder zijne toestemming geene Loges weder zouden openen, en maakte hen daarvoor Malthezer Ridders. Van nu af sluimerde de Vrijmetselarij en werd slechts in stilte voortgezet. In den jare 1801 besteeg ALEXANDER den Russieschen troon, en hield aanvankelijk PAULS verbod tegen de geheime gezelschappen in stand; doch in 1803 liet hij zich door den Staatsraad-Direkteur van het kadettenkorps in Petersburg, BÖBER, een naauwkeurig berigt omtrent de Orde geven, waardoor hij zich niet alleen gedrongen achtte het verbod van PAUL in te trekken, maar ook zijne bescherming aan het verbond te verzekeren, en zich daarin te doen aannemen. In den jare 1811 traden eenige Loges bijeen, ter vorming van een gemeenschappelijk Direktorium, onder den titel van: Groote Direktoriale Loge Wladimir zur Ordnung, in welke BrD BÖBER, gedurende de drie eerste jaren, Grootmeester was.
Al de werkplaatsen, onder de Direktoriale Loge staande, arbeidden naar het Zweedsch systema, en toen men de nietigheid daarvan erkend had, en op verdraagzaamheid jegens alle overige systema's aanhield, waren de Broeders der hoogere graden van eene andere meening; men kon geene vereeniging tot stand brengen, en kwam eindelijk overeen, de Direktoriale Loge op te heffen, en twee onafhankelijke, in regten gelijke, Groote Loges te konstitueeren. Eene dezer trad op den 30sten Augustus 1815 werkelijk in het leven, onder den naam van Astrea, en hare Konstitutie, welke uit vier hoofdgrondstellingen bestond (1e. Verdraagzaamheid jegens alle andere Maç.: systema's. 2e. Volkomene gelijkheid der reprezentatie van elke Loge in de Groote Loge. 3e. Jaarlijksche vrije keuze der Officieren, en 4e. Geene bemoeijing der Groote Loge in de aangelegenheden der bestaande hooge graden), verkreeg de goedkeuring van 's lands bestuur.
Zoo werd dan het uitwendige van het verbond, in het begin der negentiende eeuw, in Rusland zeer gunstig, toen op eens en onverwachts de Vrijmetselarij, door een bevel van Keizer ALEXANDER aan den Minister van Binnenlandsche zaken, Graaf KOTSCHOUBEY, van den 12den Augustus 1822, in het geheele Russiesche rijk verboden werd. Men heeft zich verdiept in het onderzoek, aangaande dit verbod, maar de ware reden niet gevonden; waarschijnlijk moet zij in de bemoeijingen der Jezuïten, of in politieke onrust gezocht worden; want Keizer ALEXANDER was zelf V.: M.:, en heeft nog zijn schoonvader, den Koning van Pruissen, in de Orde ingewijd (zie het Art. ALEXANDER I).
Over het geheel schijnt het, dat de verlichting in Rusland, in het algemeen nog niet zoo ver gevorderd is, dat men de onderdanen rijp kan beschouwen voor het Vrijmetselaarsverbond. De Loges Werden meer een vermaak, en de Vrijmetselarij was een kostbare uitspanning, waarmede men ten minste de tijd doodde, en de pracht en weelde der hoogere graden najoeg. Men nam Kandidaten zonder onderscheid aan, en beschouwde de receptie als eene finantiëele spekulatie.