Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Voeding (elementen, die een vast bestanddeel van ons voedsel vormen)

betekenis & definitie

Voeding (elementen, die een vast bestanddeel van ons voedsel vormen) - Behalve het element natrium, dat in den vorm van keukenzout in ons lichaam voorkomt, en het calcium of de kalk, die als phosphorzure of koolzure kalk aanwezig is, komen nog meerdere elementen als vast bestanddeel in ons lichaam voor.

Allereerst noemen wij in dit verband het magnesium. De rol, die de magnesiumzouten in het lichaam spelen is nog niet voldoende opgehelderd. Terwijl natriumverbindingen nimmer in het dierlijk lichaam ontbreken, treft men in het plantaardig organisme meestal kaliumzouten aan en zelden natriumverbindingen. Met ons voedsel zullen wij dus veel kaliumzouten opnemen. Ook deze zouten zijn van groote biologische beteekenis. De kaliumzouten hebben o.a. grooten invloed op de hartfunctie. Ijzer is eveneens een zeer belangrijk element, het is een vast bestanddeel van de bloedkleurstof. Bij bloedarmoede is er gebrek aan ijzer te constateeren.

Hierbij geldt ook weer hetzelfde, wat bij kalk gezegd werd. Niet door het aanbieden van ijzerzouten alleen kan men dit gebrek verhelpen, hier spelen ook hormonen een gewichtige rol, het lichaam moet het ijzer kunnen assimileeren. Bijzonder rijk aan organisch gebonden ijzer is bijv. de spinazie, de asperge, (minder rijk, maar toch nog belangrijk) appels, erwten, boonen, druiven, kersen en boschbessen. Sedert kort is gebleken, dat de mensch ook sporen koper niet ontberen kan. Bij gebrek daaraan ontstaat een hardnekkige vorm van bloedarmoede. Ons voedsel bevat echter steeds sporen koper, zoodat tekort hieraan niet te duchten is. Fluor vinden wij in het beenderstelsel en in het email van de tanden. Onderzoekingen van den laatsten tijd hebben het waarschijnlijk gemaakt, dat een te groote hoeveelheid van dit element in het voedsel buitengewoon schadelijk zou zijn, inzonderheid voor het tandemail.

Bromium of Broom schijnt eveneens een normaal bestanddeel van ons lichaam te zijn, in sporen zullen wij dit element met ons voedsel steeds opnemen. Ook zwavel wordt in ons lichaam herhaalde malen in den vorm van zwavelhoudende eiwitten binnengevoerd. Vele voedingsmiddelen bevatten bovendien ook sulfaten (zwavel-zuurstofverbindingen). Sterk zwavelhoudend zijn bijv. de verschillende koolsoorten, de uien en vele wortelgewassen. De rol van de phosphorus is gedeeltelijk reeds bij de kalk besproken. Het is een vast bestanddeel van de lecithinephosphorzure verbindingen, de caseïne en de kerneiwitten of nucleïnen.

Verschillende andere elementen worden spoorsgewijze in het lichaam aangetroffen, bijv. arsenicum, mangaan, silicium en zink. Nimmer ontbreken ze geheel in ons voedsel en als zoodanig zullen ze dus door ons met de normale voeding worden opgenomen. Het is volstrekt niet uitgesloten, dat deze verbindingen een gewichtige functie hebben en niet of zeer slecht gemist zouden kunnen worden. Zekere bewijzen heeft men echter daaromtrent nog niet.

Over het voorkomen van jodium in ons voedsel, zie Krop.