Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Krop

betekenis & definitie

Krop - Reeds lang vermoedde men, dat de halsverdikking, die als „struma” bekend is, op een of andere wijze samenhing met de voeding. Spoedig werd geconstateerd, dat de plaats waar men woonde, oorzaak kon zijn van het optreden van deze ziekte, die in sommige streken zeer veelvuldig voorkwam en voor de lijders groote last en onaangenaamheid met zich bracht. De bekende kropgezwellen, die men vooral veel in bergstreken aantreft, maar die ook in ons land herhaalde malen voorkomen, zijn volgens de tegenwoordige opvatting vaak een gevolg van een tekort aan jodium in de voeding. Hierdoor zou een stoornis in de schildklierfunctie ontstaan.

Dit orgaan zondert een jodiumhoudend hormoon af, het thyroxine. Gebrek aan jodium in voedsel of drinkwater zou ten gevolge hebben, dat de kropgezwellen in sommige streken zoo frequent voorkomen, dat men van een endemie zou kunnen spreken. Typisch is zeker, dat in de kuststreken, waar steeds zeezouten in de atmospheer verstuiven, zelden krop voorkomt en dat vele strumalijders wanneer ze aan zee vertoeven, aanmerkelijke verlichting ondervinden. De hoeveelheid jodium, die een volwassen mensch dagelijks noodig heeft is uiterst gering. Men schat dit op ongeveer 1/20 milligram. Men heeft de oorzaak gezocht in het drinkwater.

Wanneer dit voldoende jodium bevat, zou de kans gering zijn, dat de verbruiker aan struma gaat lijden. De drinkwaterleidingen op de heide geven inderdaad water, dat wel zeer zuiver en betrouwbaar, maar buitengewoon arm aan zouten is. Een eventueel tekort aan jodium in spijzen kan men moeilijk aanvullen, het tekort aan jodiumverbindingen in drinkwater echter op vrij gemakkelijke wijze. De toevoeging van een spoor jodiumzouten is hierbij reeds ruim voldoende. De kosten om al het daarvoor in aanmerking komende leidingwater van voldoende jodium te voorzien zijn gering, want reeds een gehalte van een 10 millioenste g kaliumjodide per liter water, is voldoende om in de behoefte aan jodium te voorzien. Per jaar berekend, zou reeds een hoeveelheid van 30 mg beschuttend werken, dus ongeveer een hoeveelheid, die voorkomt in 10 druppels jodiumtinctuur.

De Centrale Gezondheidsraad benoemde om dit kropvraagstuk nader te bestudeeren intertijd een Nederlandsche Struma-commissie. De conclusie van dit College luidde, dat het gewenscht is in streken waar het jodiumgehalte van voedsel en drinkwater beneden het voor de gezondheid vereischte peil ligt (en dat is in het overgroote deel van ons land), inplaats van gewoon keukenzout, zout te gebruiken, dat jodiumhoudend is. De deskundigen noemden in haar rapport dit zout voor iedereen onschadelijk. Door de Koninklijke Zoutindustrie te Boekeloo wordt „Jozo”, dit is dergelijk jodiumhoudend tafelzout in den handel gebracht. Het jodiumgehalte is hierin zoo afgestemd, dat bij normaal zoutgebruik, ook dagelijks een voldoende hoeveelheid jodium opgenomen wordt. De conclusie, wat betreft het onderzoek van het leidingwater in Nederland luidde: Het jodiumgehalte van het drinkwater hier te lande is in het algemeen beduidend hooger dan dat van het drinkwater in Zwitserland, (het land, dat bekend staat om het zeer veelvuldig voorkomen van kropgezwellen). Bij de zuivering van het ruwe water gaat een groot deel van het jodium verloren. Het water uit de heide-waterleidingen heeft het kleinste gehalte aan jodium, daarop volgen de oppervlakte-waterleidingen(rivierwater), terwijl veelal het duinwater en het water uit diepe aardlagen, aanzienlijke hoeveelheden jodium bevatten.

In sommige streken is men er dan ook toe overgegaan om het leidingwater iets jodiumhoudend te maken. Hierdoor bereikt men ongetwijfeld alle personen, terwijl met het beschikbaar stellen van en het propaganda maken voor jodiumhoudend keukenzout, niet alle menschen bereikt worden. Beide methoden hebben hun voor- en nadeel. Het is voorts gebleken, dat er onder een aantal kroppatiënten altijd een zeker percentage voorkomt, dat uiterst gevoelig is voor een kleine overmaat aan jodium.

Het is ondoenlijk de hoeveelheid zoo af te stemmen, dat ieder precies de hoeveelheid krijgt die zijn lichaam vraagt. Deze overgevoelige menschen reageeren op een kleine overmaat met andere schildklierverschijnselen, die minstens even onaangenaam en gevaarlijk zijn. Nog beter dan het opzettelijk nemen van jodiumhoudend zout, is het verblijf — al is het tijdelijk — aan de kust of in een streek waar struma zeer zeldzaam is en waar dus proefondervindelijk is vastgesteld, dat op een of andere wijze in de dagelijksche jodiumbehoefte wordt voorzien. Ook het nuttigen van jodiumhoudend voedsel voorkomt vaak kropvorming. Wij willen nog de aandacht vestigen op het betrekkelijk hooge gehalte aan jodium in zeevisch (vooral kabeljauw, schelvisch en haring). Ook vischconserven zijn rijk aan jodium.

Vegetarische kost bevat meer jodium dan gemengde voeding; in het bijzonder de zeeplanten zijn rijk aan dit element. Naar aanleiding hiervan kunnen wij wijzen op de zeekraal, een vaak voorkomend vleezig zeekruid, dat soms als groente aanbevolen wordt. Aan de gegevens, die naar aanleiding van het kroponderzoek verzameld zijn, ontleenen wij nog de volgende feiten, die in dit verband van belang zijn. Het is gebleken, dat het dagelijksch voedsel der bewoners van de provincie Groningen ongeveer 1/10 mg jodium bevat. Dit is, als gezegd, ruim voldoende om in de dagelijksche behoefte aan dit element te voorzien. In het gebied rond onze groote rivieren is dit echter veel lager (dit houdt natuurlijk verband met den grooteren afstand van de zee).

In Groningen vindt men zeer weinig kroppatiënten, in Utrecht en Gelderland zeer veel. Het sterkst spreekt dit bijv. op het Kampereiland, De stad Kampen heeft drinkwater met een buitengewoon laag jodiumgehalte. Het onderzoek wees uit dat 44 % van de kinderen een verdikking van de schildklier hadden. In de onmiddellijke nabijheid werd Nortonwater gedronken met een betrekkelijk hoog gehalte aan jodiumzouten. Hier bedroeg het aantal gevallen slechts 2 %. Behalve het drinkwater en het zout wordt ook in enkele gevallen de melk gejodeerd. Toevoeging van onderdeelen van een mg per liter schijnt voldoende te zijn. Ook is men ertoe overgegaan om kippen voer te geven, waarin een weinig jodiumzouten aanwezig zijn, bijv. het voeren met „nest” (kleine vischjes). Het nadeel is, dat de eieren dan wel voldoende jodium bevatten, maar tevens een vischsmaak krijgen, waardoor ze minder graag gegeten worden.

Een andere methode is de koeien jodiumvoedsel te voeren. Het gevaar is hierbij, dat men gaat overdrijven, waarbij allicht een teveel aan jodium gegeven zal worden, waaruit jodisme (beginnende jodiumvergiftiging) kan voortkomen. Een zeer goede oplossing van het vraagstuk zou zijn de koeien dagelijks eenige handen zeegras te laten eten. Dit is jodiumhoudend, het element is organisch gebonden en wordt zeer gemakkelijk opgenomen. De koeien krijgen practisch gesproken hetzelfde als wanneer ze hun voedsel in de nabijheid van de zee zoeken.

Resumeerende kunnen wij zeggen, dat het karakter van de kropgezwellen, welke hier voorkomen, veel minder kwaadaardig is dan in bergstreken bijv. in Zwitserland. Het is waarschijnlijk niet alleen het jodiumgebrek dat dit veroorzaakt, tal van invloeden als geslacht, leeftijd, voeding, drinkwater, jaargetijde en psychische toestand werken hier blijkbaar samen. Het is duidelijk gebleken, dat het jodiumgehalte van het voedsel in verband staat met het optreden van struma. Zeer geringe jodiumopname gaat gepaard met het veelvuldig voorkomen van kropgezwellen. In streken waar veel krop voorkomt, verdient het aanbeveling jodiumhoudend keukenzout (Jozo) te gebruiken.

Dit bevat 0,5 g kaliumjodide in 100 kg keukenzout. Men moet zeer sceptisch staan tegenover het voedsel, dat als speciaal jodiumhoudend wordt aangediend. Voorts dient men een strenge scheiding te maken tusschen het bij wijze van prophylaxe (voorbehoedmiddel) gebruiken van sporen jodium 40—50 gamma (1 gamma is het duizenste deel van één mg), door middel van gejodeerd keukenzout of gejodeerd drinkwater en de medische behandeling van struma met jodiumpraeparaten. Een onbeperkt en veelal overdreven jodiumgebruik uit vrees voor het optreden van krop is niet alleen ongemotiveerd, maar ook uit een oogpunt van jodisme, zeer te veroordeelen.