Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Rogge

betekenis & definitie

Rogge is een graan, dat zeer goed op zandachtigen bodem kan groeien en zelfs op kalkarmen grond nog een goeden oogst kan leveren. Alle variëteiten van rogge verschillen onderling zeer weinig. Als de beste soort geldt de Petkuser rogge, met korte sterk gerimpelde korrel. Het hectolitergewicht (gewicht van 1 hl), varieert van 67—74 kg.

Wanneer de rogge rijp is, steken de kafnaalden buiten de korrel uit. De kleur varieert dan van grauw tot rood. Dit graan dient hoofdZakelijk voor het bereiden van gewoon roggemeel, voor het bakken van roggebrood. Slechts geringe hoeveelheden worden tot roggebloem verwerkt. De verschillende producten moeten voldoen aan de voor de desbetreffende waar gestelde eischen. In rogge komt vaak het zoogenaamde „moederkoren” voor, een schimmelwoekering, die het weefsel geheel verandert in een groeiproduct van schimmeldraden. (Zie Ergotisme). Meestal wordt de rogge genoemd naar de plaats of het land, waar het product vandaan komt bijv.: Inlandsche rogge, Zuid-Russische, Donau-, Fransche-, of Amerikaansche rogge. Goede kwaliteit rogge bestaat uit rijpe, droge, brosse korrels, die een dunne schil hebben en melig op den breuk zijn.

Er mogen weinig bijmengselen in rogge voorkomen. Het watergehalte mag niet hooger zijn dan 15 %. Roggemeel en -bloem vindt bij de spijsbereiding in de huishouding slechts beperkte toepassing. In de bakkerij echter des te meer, allereerst voor het bakken van roggebrood, maar ook voor de bereiding van koek. Ontbijtkoek wordt gebakken van roggebloem, vermengd met glucose of andere suikerhoudende vloeistof, specerijen, sucade of gember. (ZieKoek). Roggebrood is betrekkelijk moeilijk verteerbaar. Doordat de korrel in dit brood grof gemalen is, werkt ze prikkelend op de darmen. Roggebrood heeft dientengevolge zwak laxeerende eigenschappen. Roggemeel is betrekkelijk arm aan ijzer en kalk (in tegenstelling met tarwemeel).

De roggekorrel bestaat uit: water 15 %, eiwit 10 %, vet 2,2 %, koolhydraten 69,5 %, ruwvezelstoffen 2,1 %, voedingszouten 1,2 %. Het roggemeel: water 12,5 %, eiwit 9,6 %, vet 1,5 %, koolhydraten 73,8 %, ruwvezelstoffen 1,4 %, voedingszouten 1,2 %.