Wat is de betekenis van rogge?

2024-04-28
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Rogge

Tweestammige verkorting van een Germaanse naam met Rod-, Hrôth- als eerste lid (zie roed-) en een tweede lid dat met g begon, bijvoorbeeld -ger, zie -ger-. Vgl. Bach 93: Hruodger = Roggo.

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rogge

rogge - zelfstandig naamwoord uitspraak: rog-ge 1. bepaalde graansoort ♢ roggebrood is donker brood Zelfstandig naamwoord: rog-ge de rogge

2024-04-28
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

rogge

Graansoort en gebruikt voor het vervaardigen van roggebloem of roggemeel. Fijngemalen is het geschikt voor de bereiding van papsoorten en grof gemalen is het geschikt voor de bereiding van roggebrood.

2024-04-28
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

ROGGE

veldgewas, waarvan de prijs sinds 1535 elk jaar door de magistraat van Breda moet worden vastgesteld; in 1966 kwam dit nog op ƒ21,35 per hectoliter; in 1984 op ƒ 36,75; de prijs wordt in een advertentie openbaar gemaakt naar aanleiding van de Thoornsche markt der rogge. De Abdij van Thorn had in verschillende Westbrabantse plaatsen lander...

2024-04-28
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

ROGGE

(Secale ceredle). Typisch wintergewas voor de zandgrond; de teelt heeft daarom nooit een groot areaal gekend in Zeeland; zomerrogge kwam hier niet voor. Hoewel Zeeland van oudsher als het tarweland gold, stelt art. 69 van de wetten en keuren die graaf Floris in 1256 aan Zeeland gaf, reeds een boete vast voor ‘wie van den lande tarwen,...

2024-04-28
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Rogge

Hendrik Cornelius; geb. Amsterdam 16 februari 1831, overl. Haarlem 29 augustus 1905. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1856, Moordrecht tot na 1858, Delft ca. 1860-1863, Zoeterwoude 1864, Delft, Zoeterwoude, Leiden tot 1878, Amsterdam tot 1904, daarna in Haarlem. Bibliothecaris van de universiteit, naderhand hoogleraar. Amateurschilder en -tekenaar...

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Rogge

v./m., Secale cereale, landbouwgewas uit de familie Gramineae. Voor een overzicht van de wereldroggeproduktie zie afb.p.525.

2024-04-28
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Rogge

m Tweestammige verkorting van een Germ. naam met Rod-, Hrôth- als eerste lid (zie roe(d)-) en een tweede lid dat met g begon, bijv. -ger. Vgl. Bach 93: Hruodger = Roggo.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

ROGGE

Met aardappels en haver het gewas van de zandgronden. Er is winter- en zomer-R., de laatste in zeer beperkte omvang (1956 in Frl. 35 ha). De teelt is in de 19de eeuw belangrijker geweest. Van 1900-40 in Frl. gemiddeld 3500 ha; 1950 2450 ha (Nederland 175 190 ha); 1956 1840 ha (Nederland 171 212). De verdeling over de landbouwgebieden was in 1956: k...