Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Ananas

betekenis & definitie

Ananas is een schijnvrucht van de ananasplant (Ananassa sativa). Het schijnt oorspronkelijk een met den stam vergroeiden besvrucht te zijn, vandaar dat het hart van de ananas ook hard houtachtig en oneetbaar is. Aan de „schubben” kan men de „bessen” nog herkennen. De vrucht is dus de vergroeide stam en draagt een bladkroontje.

Zonder deze sierende pluim is de vrucht minderwaardig, niet omdat de voedingswaarde daardoor verminderd is, maar alleen omdat het uiterlijk geschaad wordt. Onderaan de ananas zitten drie wortelspruiten, die bij de cultuur gebruikt worden voor de voortplanting. Deze vindt n.l. nimmer door zaad plaats, maar altijd door stekken. Slechts een gering gedeelte van de geoogste vruchten worden versch gebruikt. De meeste ananassen worden in blik geconserveerd en verzonden. De productie vindt in hoofdzaak plaats op Hawaï, in Florida, Cuba, de Azoren, Californië en Singapore.

Het product van Hawaï is bijzonder fijn van aroma. Meestal wordt daar de ananas in den vorm van blokjes geconserveerd, het ruwvezelgehalte is zeer laag en de vruchtensiroop bijzonder geurig. De blikken worden aangevuld met „ananasstroop”. Dit sap wordt verkregen door de boorstukken uit te persen en de vruchtenzuren met kalk te neutraliseeren. Daarna wordt de siroop in het luchtledige of door middel van uitvriezen ingedikt. De blikken worden ten slotte gesloten en gesteriliseerd.

Gewoonlijk worden er 24 blikken in één kist verpakt. De voornaamste producent is Hawaï (ongeveer 10 millioen kisten van 28 K.G. per jaar), daarna komt Singapore. Hier wordt de ananas meestal in den vorm van schijven geconserveerd. Alle werk geschiedt hier door Chineesche werkkrachten, De Engelschen noemen de ananas „pine-apple” om haar gelijkenis met een sparappel, hoewel de vrucht natuurlijk in botanischen zin, hiermede absoluut niet vergeleken kan worden. Een versche ananas bevat ongeveer 12% suiker en % 1 % ruwvezelstoffen, de rest is water.

Een ingedroogde vrucht kan ook veel water opzuigen. Dit is speciaal in de tropen een gevaar. Ingedroogde ananassen worden daar vaak door de inlandsche bevolking vóór ze ter markt gebracht worden in de rivier gelegd, om zich volledig met water vol te zuigen. Dit op zichzelf kan geen kwaad, het gevaar is echter dat hierdoor typhuskiemen binnen in de vrucht kunnen komen. De reukstof uit de ananas wordt kunstmatig nagemaakt. De bijzondere geur is te danken aan de aanwezigheid van boterzure aethylester, de zoogenaamde ananasaether (zie Vruchtenessences).

In conserven en dranken waarin ananassap verwerkt is behoeft minder vruchtensap gebruikt te worden dan van andere vruchten, omdat het sap bijzonder smaakgevend, geconcentreerd en daardoor nogal duur is. Het ananassap moet volgens het Jam en Limonadebesluit een soortelijk gewicht hebben van 1,050, terwijl dit bij de meeste vruchtensappen ongeveer 1,035 is.