Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

oog

betekenis & definitie

In de 16de en 17de eeuw kon men zweren bij alle lichaamsdelen van God, zo ook bij gans ogen, dat een verbastering is van bij Gods ogen. Ook och ogen komt voor. Bij jan van Styevoort lezen wij: “Hy swoer bij doghen, dermen, ribben en storten.” Het ijdel gebruik van de formule maakte haar tot vloek en uitroep.

Ook komen voor bij doghen, bij de ogen en bij ogen. In het hedendaags Nederlands komt incidenteel ook voor krijg wat aan je oog! De eigenlijke betekenis is in die verwensing vervaagd tot een emotionele, die afkeer, weerzin, ergernis e.d. uitdrukt en weergegeven kan worden met ‘ik heb een hekel aan je, lazer nu maar op’.zie jicht, loopoog, maanoog, negenoog, wat.