Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

hart

betekenis & definitie

De oorspronkelijke eedformule bij Gods hart, waarin God en diens hart ter bekrachtiging der waarheid werden aangeroepen, is door ijdel gebruik tot vloek geworden en in de 16de eeuw verminkt en verzacht tot by gans harten en by gans herte. Gods heilig harte kon ook tot uitroep van verbazing worden.

Verbasteringen met hart treffen wij aan in bloemerharten, bloemerherten, blommen herten, blommerharten, blo(e)mmerhelten en blommerhert. Uit het hedendaags Nederlands en in het Haags Dictee van 1998 kennen wij voorts de verwensing krijg een vet hart! Iemand afzetting van vet in de hartspier wensen, doen wij alleen in geval van woede, verbijstering enz. Als we deze verwensing gebruiken denken wij niet aan de letterlijke betekenis, maar veeleer aan zoiets als ‘rot op, ik veracht je’.

Correspondenten van een middelbare school uit Hengelo (Ov) kennen ook de verwensing krijg een zweer aan je hart!, die minachting uitdrukt. Erg ontluisterend is verder het is een aardige vent, maar zijn hart moest op zijn rughangen “dat”de honden erbij kunnen! Sanders en Tempelaars (1998) vermelden voor Amsterdam de variant krijg een koud hart! en eenmaal troffen zij aan krijg een vet hart, dan kun je patat bakken! Ook uit Amsterdam afkomstig is je hebt een goed hart, het moest alleen gekookt op je rug hangen! zie bloed, bloemerharten, God, lepra, mierennest, ontploffen.