windschrijver, anemograaf, werktuig om de kracht, of ook de snelheid van den wind aan te geven. Onderscheidene inrichtingen hiertoe zijn door Wolff, Mariotte, Bouguer, Oertel, Dalberg, Herrmann, Wilke, Woltmann e. a. voorgeslagen geworden.
De W.’s geven de kracht van den wind aan in gewicht, welks zwaarte gelijk is aan elke winddrukking, zooals zij op een vlakte van bepaalde uitgebreidheid werkt, of wel onmiddellijk de windsnelheid in meters. Zoo zal b.v. een plank of plat stuk blik van een meter in het vierkant, dat met zijn Onderrand door middel van een scharnier aan een stang gehecht is en daaraan zich naar den wind kan draaien, zoodat deze er rechtstandig op werkt, door den wind achterwaarts gedreven worden. Leidt men nu van den bovenrand dezer vlakte een touw over een katrolschijf in dier voege henen, dat aan het loodrecht afhangend ondereind een gewichtsschaal gehecht kan worden, zoo kan men in die schaal zooveel gewicht leggen, dat dit met de sterkte van den wind in evenwicht is. Dus zou men een gewicht verkrijgen dat met de drukking van den wind op een vlak van een Q meter gelijk stond. Woltmann’s vleugelrad geeft de snelheid van den wind in lengtemaat aan. Aan het uiteinde van een dunne stalen spil of as, die horizontaal in een. 3-beenig voetstuk ligt, zijn, buiten dit voetstuk, twee dunne roeden gehecht met dunne plankjes tot wieken.
De omtrek van den cirkel, dien de uiteinden dezer wieken bij het omdraaien beschrijven, heeft een bekende grootte, en het toestel loopt zoo gemakkelijk om, dat de zachtste ademtocht reeds in staat is dit soort van molentje te doen rondgaan. Men mag dusaannemen, dat de wieken dezelfde snelheid verkrijgen als de wind, waar zij tegenover staan. De dunne as heeft een paar schroefdraden, die in een kroonrad grijpen, dat 100 genummerde tanden heeft. Draait zich de as met hare wieken eenmaal om, zoo wordt daardoor een tand van het kroonrad voortgeschoven, hetgeen door een aan het gestel gehechten wijzer aangetoond wordt. Is nu hetwerktuig vlak tegen den wind gekeerd en laat men de wieken een tijd lang rond loopen, dan kan men het aantal omloopen aflezen. Hieruit is gemakkelijk de snelheid, uitgedrukt in meters per seconde, te berekenen.
In de laatste jaren is de anemometer van Dines, die berust op de zuigkracht van lucht, welke over een van boven open buis strijkt, meer en meer in gebruik gekomen. W. wordt ook de inrichting genoemd, door welke men te weten komt, hoeveel lucht in een bepaalden tijd uit de pijp van een blaasbalg naar buiten gedreven wordt; men beoordeelt zulks naar hare drukking op een kolom water of kwikzilver, daar deze drukking aan de snelheid der uitstroomende lucht en deze weder aan hare hoeveelheid evenredig is.