of Guillemieten, volgelingen van drie vrome kluizenaars uit het dal Malevalle bij Siena, Gulielmus, Albertus en Rinaldus. Door paus Gregorius IX werden zij ingelijfd bij de orde van den h.
Benedictus. In 1248 erlangden zij echter van paus Innocentius IV den titel van „Kluizenaars van den h. Wilhelmus” en paus Clemens IV erkende hun zelfstandigheid bij een bulle van 1266. Hun voornaamste nederzettingen bevonden zich in Noord-Italië en Vlaanderen, waar zij thans nog eenige huizen bezitten.