groot-magazijn, groot-winkel, verkoophuis v. kleinhandel in waren van allerlei branches, op den voet van grootbedrijf; een vereeniging van kleinbedrijven, gezamenlijk uitgeoefend als grootbedrijf; de europ. vorm der oostersche toko’s. De bijzonderheid van het W. bestaat minder hierin, dat het zich toelegt op exploitatie van den detailverkoop op groot-kapitalistischen grondslag, als wel hierin, dat het de beroepsarbeidsverdeeling, welke in den kleinhandel een groot aantal kleine speciale ondernemingen in het leven roept, opheft en in de plaats daarvan een technische arbeidsverdeeling stelt.
Het W. biedt voor ondernemer en kooper allerlei voordeelen en gemakken; het kan zich bij inkoop en transport door zijn groote kapitaalkracht allerlei gunstige voorwaarden verzekeren en verkoopt in het klein met minder onkosten. De warenhuizen, welke voor de warendistributie zijn wat de trusts zijn voor de warenproductie, zijn ontstaan in Engeland (1840—50) en komen thans over ongeveer geheel Europa voor, In Duitschland wordt sinds 1900 een bijzondere belasting geheven van ondernemingen, die meer dan vier bepaalde warengroepen verkoopen. Litteratuur: Mataja, Grossmayazine und Kleinhandel (Lpz. 1891). Huber, Warenhaus und Kleinhandel (Berl. 1899), Dehn, Die Grossbazare und die Massenzweiggeschafte (1899), artikel Warenhaus in het ,,Handwörterbuch der Staatswissenschaften (2de dr. Jena 1901), Heckel, Das Problem der Warenhduser und der Warenhaussteuer (Dresd. 1902); weekblad „Das Warenhaus” (Berl., sinds 1899),