of Otter, Lutra, geslacht van roofdieren uit de fam. der Marterachtigen of Wezels, dieren van een gestrekten lichaamsbouw, met platten kop, stompen snoet, kleine oogen, korte ronde ooren, die gesloten kunnen worden, lage pooten, voeten met vijf, door zwemvliezen verbonden teenen, langen platgedrukten staart en twee klieren nevens de aarsopening. De europeesche V., Lutra vutgaris, wordt 80 centim. lang, 30 centim. hoog, 15 kilogr. zwaar, en heeft een 40 centim. langen staart; de pels is van boven glanzig donkerbruin, van onderen meer helder; het dier komt over geheel Europa voor en in Azië tot aan de Amoer, houdt zich op aan meren en boschrijke oevers, graaft gangen in den grond of huist in verlaten vosse- of dasseholen, loopt tamelijk vlug, zwemt en duikt uitmuntend, heeft zeer scherpe zintuigen, is uiterst sluw, voedt zich met visch en schaaldieren, ook wel met kikvorschen, waterratten en vogels.
Men maakt er jacht op wegens het bont.
