Gepubliceerd op 14-03-2021

Ventielen

betekenis & definitie

de verschillende kleppen in het orgel, tot afsluiting of toelating van den wind; pistons V., windkleppen, zijn kleine buizen, die juist in elkaar passen en in andere vaste buizen sluiten, welke laatste in verhouding staan met de hoofdbuis van het instrument. Deze beweegbare buizen bezitten ter zijde openingen, welke met verlengstukken correspondeeren, die de luchtkolom in het instrument doen toenemen.

Boven aan zulk een beweegbare buis is een steel, van een knop voorzien, aangebracht, welken knop men met de vingers nederdrukt, terwijl zich onder aan zulk een buis een veer bevindt, welke de ventiel weder omhoog heft als de drukking heeft opgehouden. Door dit drukken en opheffen der ventielen wordt de toon verhoogd of verlaagd, tengevolge van het vergrooten of verkleinen van de luchtzuil. Tegenwoordig zijn de meeste koperen instrumenten van V. voorzien.Als uitvinders van de V. worden genoemd de Engelschman Clagget (omstreeks 1790), de Duitscher Blühmel (omstr. 1813) en Ad. Sax (zie ald.), die ze veel verbeterde. Zie dl. VII, plaat II Muziekinstrumenten, fig. 7.