Gepubliceerd op 14-03-2021

Veluwe

betekenis & definitie

(vale ouwe, d. i. slechte grond) is, in tegenstelling van de Betuwe, de oude benaming van het noordelijke gedeelte der prov. Gelderland (zie ald.), ten n. door de Zuiderzee en Overijsel, ten o. door den IJsel en de Drususgracht, ten z. door den Rijn en ten w. door de prov.

Utrecht begrensd. Met uitzondering van den vruchtbaren zoom langs den IJsel, is het een hooge streek met uitgestrekte zand- en heidegronden, waarop talrijke kudden schapen onderhouden worden. Sommige streken zijn in bouw- en tuingrond herschapen. Nagenoeg op het midden der V. ligt het Udelermeer, in welks nabijheid zich de Hunnenschans bevindt. De vele beken, zooals de Grift, de Nieuwe-, Groote- en Terwoldsche wetering, de Luntersche- en Barneveldsche beken brengen vele molens, vooral papiermolens, in beweging. Door de V. strekken zich twee heuvelreeksen uit, de eene van het n.o. naar het z.w. tusschen Hattem en Putten, de andere ten z.o. van Putten naar Velp, waar zij zich langs de oevers van den Rijn en den IJsel uitbreidt.

< >