eng. scheikundige, in. 1773 in Schotland geb., schreef in het „Supplement” der Encyclopaedia Britannica” een aantal artikelen over physica, chemie, mineralogie en metallurgie. Grooten naam maakte hij zich door zijn System of chemistry (1802, 4 dln.) en Outline of the sciences of heat and electricity. Van 1813—20 bezorgde hij de uitgave van de Annals of philosophy. Tot zijn. overige geschriften behooren An attempt to establish the first principles of chemistry bij experiment (Lond., 2 dln.), Chemistry of organic bodies (2 dln. 1838) enz.
Ook hield T. zich veel bezig met praetische onderzoekingen, en ontdekte meerdere enkelvoudige en samengestelde mineralen. Hij werd 1817 hoogleeraar in de scheikunde te Glasgow en overl. 1852..