Gepubliceerd op 23-02-2021

Thomas theodorus hendricus jorissen

betekenis & definitie

nederl. geschiedvorscher, geb. 22 Febr. 1833 te Utrecht, studeerde in de godgeleerdheid, wijdde zich echter weldra geheel aan de studie der letteren en der geschiedenis, werd 1865 hoogleeraar in de nederl. taal- en letterkunde en de vaderl. en algem. geschiedenis aan het athenaeum en in 1877 aan de universiteit te Amsterdam; hij overl. 4 April 1889 te Amsterdam. Hoofdwerken: Abélard en Heloïse (1862), De omwenteling van 1813 (2 dln. 1865), De ondergang van het koninkrijk Holland (1871), Historische Bladen, Hist. karakters en Hist. studiën (te zamen 5 dln., 1889—92).

< >