Gepubliceerd op 14-03-2021

Terschelling

betekenis & definitie

een der eilanden tusschen N.-Holland en de Friesche kust, het derde, van Texel beginnende, heeft aan de westzijde liooge duinen, die het tegen de Noordzee beschermen. Op de oostkust, die door de Zuiderzee bespoeld wordt, zijn zware dijken aangelegd.

De grond is op sommige plaatsen geschikt tot wei- en bouwland. In de 17de eeuw bloeide T. zeer door den koophandel. De Engelschen plunderden het eiland tijdens den eng. oorlog in 1666 en richtten er een vreeselijke verwoesting aan. In 1830 is er een nieuwe haven aangelegd. Het eiland vormt een gemeente van N.-Holland (arrond. Leeuwarden, kanton Harlingen), bevat de dorpen West-T. en Midsland, de buurten Hoorn, Formerum, Lies, Oosterend en Landerum, de gehuchten Kenum, Seerijp of Surijp, Kaart, Hee, Oosterkooi en Stortum, en telde 1 Jan. 1902: 3992 inw. Kiesdistrict Den Helder; pers. bel. 8ste kl.

< >