Gepubliceerd op 14-03-2021

Texel

betekenis & definitie

nederl. eiland, ongeveer ½ uur van de noordkust van N.-Holland en door het Marsdiep of Texelsche gat daarvan gescheiden; bestaat grootendeels uit wei- en hooiland.

Aan de o.- en z.-zijden wordt het door dijken beschermd tegen de zee, overigens door duinen, in welke vele zeevogels nestelen; het noordelijk deel van het eiland wordt, wegens de vele eieren, die er gevonden worden, Eierland genoemd. De bevolking houdt zich vooral bezig met de schapenteelt en de bereiding van texelsche kaas. Ook visscherij, oestervangst en scheepvaart leveren voor velen een bestaan op. Het eiland is voor de scheepvaart belangrijk door zijn veilige en groote reede aan de z.o.-zijde.

< >