1) het verkrijgen van geestelijke ambten en inkomsten door middel van omkooping; zoo genoemd naar Simon den Toovenaar (Hand. 8).
2) bestaat daarin, dat men heilige zaken in ruil geeft of ontvangt voor een of ander tijdelijk goed. De S. ontleent haar naam aan Simon den Toovenaar, die de gave om de H. Geest te kunnen mededeelen van de Apostelen voor geld wilde koopen (Hand. VIII. 14 v.v.). Behalve de S. in strikten zin, verbiedt de r.-kath. kerk nog andere handelingen, die wel niet strikt onder S. vallen, maar die toch erop gelijken of ertoe leiden, zoo bijv. het verkoopen van relikwieën, al wordt er alleen geld gevraagd voor de theca of kast waarin zij gevat zijn, enz.