Gepubliceerd op 20-01-2021

Siegfried wilhelm dehn

betekenis & definitie

Muziektheoretikus, geb. 25 Febr. 1799 te Altona, overl. 12 April 1858 te Berlijn, zoon van een bankier, studeerde eerst te Leipzig in de rechten, begon zich echter weldra aan de muziek te wijden, die na 1829, in welk jaar hij zijn vaderlijk vermogen verloor, zijn middel van bestaan werd; Meyerbeer bezorgde hem in 1842 de betrekking van bibliothekaris van de afd. Muziek der kon. bibliotheek te Berlijn, welke verzameling hij ordende, in catalogus bracht en door nieuwe aankoopen belangrijk uitbreidde en verrijkte; van 1842—48redigeerde hij het door Gottfried Weber opgerichte muziektijdschrift „Cacilia”; in 1849 kreeg hij den titel van königlicher Professor. Hij gaf in het licht: Theoretisch-praktische Harmonielehre (zijn hoofdwerk, 1840), Analyse dreier Fugen aus J. S Bachs Wohltemperiertem Klavier und einer Vokaldoppel fuge G. M. Buononcinis (1858), een Sammlung älterer Musik aus dem 16. und 17. Jahrhundert (12 bundels) enz.; Scholz gaf uit zijn nalatenschap nog een Lehre vom Kontrapunkt, dem Kanon und der Fuge (2<le druk 1883) in het licht.

< >