Gepubliceerd op 18-03-2021

Seldsjoeken

betekenis & definitie

turksch vorstengeslacht, afstammend van Seldsjoek, zoon van Dekak, uit Boecharije, dat in de 11de en 12de eeuw verschillende dynastieën in Mesopotamië, Perzië, Syrië en Klein-Azië stichtte, nl.:

1) De iraansche of bagdadsche dynastie, die te Bagdad en Ispahan heerschte; zij was de machtigste en werd gesticht door Togroelbeg (overl. 1063), den kleinzoon van Seldsjoek, die verschillende stammen tot den Islam overhaalde, Chorasan en het n. van Perzië veroverde en Bagdad bezette. De dynastie eindigde met Togroel Sjah 1194, die door den charismischen sultan Tekesj werd overweldigd.
2) De kermaansche dynastie, die in de perz. provincie Eerman heerschte en van minder invloed was, gesticht door Togroelbegs neef Kawerd 1039, bestond tot 1091.
3) De syrische dynastie, beginnend met de onderwerping van Aleppo 1071 en van Damascus 1075 door Toetoesj; zijn afstammelingen handhaafden zich tot omstreeks het midden der 12de eeuw in enkele syrische steden.
4) De iconische of kleinazintiscbe dynastie, zetelend in Ioonium, gesticht door Soliman, een achterkleinzoon van Seldsjoek; deze dynastie bleef het langst bestaan, tot in het begin der 14de eeuw; op de puinhoopen van dit rijk ontstonden 10 emiraten, waarvan dat der Osmanen de grootste beteekenis kreeg.

< >