Gepubliceerd op 23-02-2021

Ispahan

betekenis & definitie

of Isfahan, stad in de perzische provincie Irak-Adsjrai, ligt in een der best bewaterde en gezondste streken van het hoogland van Iran, aan de steppenrivier Sajendé-Eoed, 1695 meter boven zeeniveau, aan den karavanenweg die van de hoofdstad Teheran naar de zuidkust voert, en hier door zijwegen in gemeenschap staat met Jesd en Kerman, Tebbes en Herat. Hoewel I. als hoofdzetel der perzische industrie, als stapelplaats van de producten der omgelegen deelen des rijks, en als brandpunt van wetenschap nog steeds groote ibeteekenis heeft, is het toch in vergelijking met zijn vroegere grootheid zeer in aanzien gedaald; het bestaat grootendeels uit bouwvallige huizen met braakliggende tuinen.

Ten tijde van zijn hoogsten bloei (midden 17de eeuw) had het een omvang van 30 km., terwijl de bevolking tusscnen 600.000 en 1 millioen zielen bedroeg. Tegenwoordig heeft I. 8 km. omvang en 80.000 inw., 60 grootere en kleinere moskeeën, een 50-tal geleerde scholen, een 100-tal openbare badhuizen, 20 karavansera’s en een 5 km. lange reeks van bazars, die midden door de stad heen loopt. De straten zijn nauw en onzindelijk. Ten z. ligt Dsjoelfa, in 1603 door Abbas den Groote bevolkt met 34.000 uit Eski-Dsjoelfa aan de Aras weggevoerde Armeniërs, thans met circa 2000 armeensche inw. De vlakte tusschen I. en Dsjoelfa is bedekt met bouwvallen en puinhoopen van verwoeste en neergebrande paleizen, moskeeën, christenkerken en woonhuizen. Over de rivier ligt een vermaarde brug met 34 bogen, een grootsch bouwwerk.

De hoofdmoskee van L, de Mesdsjid-i-Sjah is de prachtvolste van het geheele morgenland; daaraan is verbonden een mohammedaansche universiteit. De industrie levert zijden, katoenen en W'ollen stoffen en goederen, ijzer- en staalwaren, bijouterie, goudbrocaat, witte mousseline, paardentuigen, houtmozaïek, papier, glas enz. In den vruchtbaren omtrek verbouwt men ooft, wijn, opium en graan. I. is het oude Aspadana in Medië; het bloeide reeds in de 10de eeuw, ofschoon het gedurig door oorlogen veel te lijden had. Door shah Abbas I (1586 —1628) in de plaats van Kaswin tot residentie verheven, werd het in den loop der 16de eeuw een der belangrijkste steden der wereld. 12—18 Oct. 1722 werd het door de Afghanen onder Mir Mahmoed verwoest en hiermede nam zijn grootheid een einde. Wel werd het 1729 door Madir aan de Afghanen ontrukt, doch de stad vermocht niet zich weer op te heffen, vooral ook wijl de koerde Kerim-Khan, die haar in 1749 verkreeg, de residentie naar Sjiras verlegde.

< >