Gepubliceerd op 23-02-2021

Samuel adrianus naber

betekenis & definitie

nederl. philoloog, geb. 1828 te ’s Gravenhage, studeerde te Leiden, werd in 1850 doctor in de letteren, in 1851 conrector en in 1858 rector van het gymnasium te Haarlem, in 1860 reetor-directeur van het gymnasium Willem III te Batavia; in 1864 prorector en in 1868 rector van het gymnasium te Zwolle en was eindelijk van 1871—98 hoogleeraar aan het Athenaeum Illustre, (de latere universiteit), te Amsterdam. Zijn voorn, werken zijn: Quaestiones Homericae, Vier Tijdgenoot en, Allard Pierson herdacht, een aantal artikelen in ,,De Gids” en ,,Mnemosyne”, en de uitgave van Photü Lexicon, Frontonis Epistolae en Flavii Josephi opera.

< >