in oorspronkelijke beteekenis zooveel als uitspraak over iets dat verteld wordt; in engeren zin verstaat men tegenwoordig onder S. een verhaal, dat van geslacht tot geslacht mondeling is overgebracht, volksoverlevering, vertelling, sprookje. Bij het tot stand komen en het voortplanten eener S. speelt vooral de fantasie een groote rol, terwijl alleen die hoofdgedachte van ’t verhaal bewaard blijft en historische waarheid en dichterlijke voorstelling samensmelten.
Voor zoover dergelijke overlevering zich aan de helden van een volk vastknoopt, is zij Heldensage. Ook aan oude kunstwerken heeft men altijd gaarne sagen verbonden, alsmede aan namen van personen en zaken: aetiologische sagen. Met den naam godensage duidt men soms ook wel de mythologie aan. Godsdienstige, christelijke verhalen, met ongewone gebeurtenissen doorweven, noemt men legenden.
