Gepubliceerd op 14-03-2021

R. w. p. de vries (1874)

betekenis & definitie

Jr. geb. 3 Maart 1874 te Amsterdam, bezocht de hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus aldaar, de rijksnormaalschool voor teekenonderwijs, behaalde (1895) de acte handteekenen m. o„ was leeraar te Edam, Haarlem, Utrecht en thans aan de burgeravondschool te Hilversum. Specialist in ornament- en versieringskunst; rrfaakte tal van teekeningen voor boekbanden, boekversieringen, decoratief schilderwerk, kunstnaaldwerk enz.

Sinds 1898 medewerker voor de kunstrubriek aan het weekblad „De Amsterdammer” („De Groene”), verder aan „Onze Kunst”, -„Meulenhoffa Jaarboek”, „Boon’s Magazijn”, „Elsevier’s Maandschrift” e. a.; in 1906 artistiek redacteur van „Elsevier’s geI illustreert! Maandschrift” en van' „De vrouw ' en haar huis”. De V. maakte bijzondere studie van kunstgeschiedenis, o. a. de kunst der Japanners, terwijl zijn werkzaamheden op boekversieringsgebied hem nader brachten tot 1 de kennis der typografische aesthetica, en de . artistieke vorming der typografen.