Gemeente in N.-Holland (arrond. Haarlem, kanton Purmerend), aan de Zuiderzee, en overigens omgeven door de gemeenten Warder, Middelie, Kwadijk, Purmerend, Monnikendam en Katwoude, 22'/2 km2 groot, bestaat ten deele uit de droog gemaakte Purmer (kleigrond), overigens uit laag veen; de gemeente bevat de stad E. en het dorp Volendam, in 1899 te zamen met 6444 in w.; kiesdistrict Hoorn; personeele belasting 7de klasse.
De stad E., op den n.o. uithoek van de Purmer, 17 km. n.n.o. van Amsterdam en op korten afstand van de Zuiderzee, staat hiermede door haar haven en haar voorstad, het Oorgat, in directe gemeenschap; zij heeft behalve de herv. Groote kerk (met beschilderde glazen) tal van andere kerkgebouwen en een fraai stadhuis, 1737—39 gebouwd. De stad ligt aan de tramlijn Amsterdam—Edam. Hoofdmiddelen van bestaan: scheepsbouw, touwslagerij, zuivelbereiding (Edammer kaas). De oorsprong van E. schuilt in het duister; in 1357 kreeg zij van graaf Willem van Beieren stedelijke rechten; in 1426 werd de stad door de Kennemers van Jacoba van Beieren ingenomen, in Juni 1572 verliet zij de spaansche zijde; in 1602 (27 Febr.) werd zij door brand nagenoeg geheel in de asch gelegd: in 1784 werd te È. de „Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen” opgericht,