Gepubliceerd op 18-03-2021

Putter

betekenis & definitie

(Garduelis elegans), ook Distelvink genaamd, is een zangvogel uit de familie der Vinken (Tringillidae). Hij is zeer fraai in zijn bonte kleuren: het aangezicht, althans bij de ouden, rood, door een witten band begrensd; het achterhoofd en van daar een band achter de oorstreek, alsook de vleugels en staart, zijn zwart, doch de groote vleugeldekveeren en de voorhelft der groote slagpennen zijn citroengeel; de krop, borst en zijden zijn zacht roestkleurig; de stuit, de onderdekveeren van den staart en het midden van den buik zijn wit. De P. overwintert in zuidelijk Europa; van daar uit trekt hij in het zachtere jaargetij noordelijk tot op 64° in Europa.

Hij broedt ook in ons land, soms zelfs in tuinen. De naam van Distelvink past hem zeer goed, wijl hij vooral van distels het zaad eet; den anderen naam, namelijk Putter, verdient hij om de eigenaardige gemakkelijkheid, waarmee hij, in gevangen staat, aanleert om zijn drinken, eertijds veelal in een vingerhoed, op te halen en zoodoende te putten uit een rechtstreeks voor hem onbereikbaar waterbakje. Het is een zeer gezellig diertje met aangenaam, zacht, gezang. ^ c

< >