Wat is de betekenis van putter?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

putter

Het begrip putter heeft 2 verschillende betekenissen: 1) zangvogel met een rood met zwarte kop. zangvogel met een opvallende, rood met zwart gekleurde kop en gele strepen in de vleugels. 2) golfstok voor op de green. golfstok die op de green gebruikt wordt, om het balletje mee in de hole te slaan; golfclub voor op de green.

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

putter

1) (19e eeuw) (euf.) iemand die van een slokje houdt; drinkebroer. • Putten, veel drinken ( Limb, en elders). Vanhier : putter. (Lodewijk Willem Schuermans, Pierre Du Bois: Algemeen Vlaamsch idioticon. 1870) • En is de maat die trakteert, in dat geval, een ouwe putter als de Witte Ponne, dan kan het niet anders of iemand als Dokus die no...

2024-04-25
Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Putter

De putter komt oorspronkelijk voor langs de zonnige randen van vochtige loofbossen. Nog niet zo lang geleden zijn putters begonnen zich aan te passen aan door de mens gemaakte landschappen, zoals boomgaarden en parken. De belangrijkste voorwaarde voor de aanwezigheid van putters is een rijke vegetatie met veel composieten (distels, paardenbloemen)....

2024-04-25
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

putter

(de; -s) - speciaal voor het putten op de green ontworpen golfstok met een slagvlak dat vrijwel recht (3-4") is • In tegenstelling tot andere golfstokken mag een putter twee identieke slagvlakken hebben, op voorwaarde dat ze hetzelfde schuine slagvlak van niet meer dan 10° hebben en ruggelings staan. De steel van de putter mag op ieder punt van de...

2024-04-25
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Putter

Carduelis carduelis (Linnaeus: Fringilla) 1758. Ook in het fries is de officiële naam: Putter. Blok 1988: Deze als kooivogel gehouden soort werd geleerd zijn drinkwater te putten. Dit geschiedde met een vingerhoedje of miniatuur emmertje en een kettinkje vanuit een grotere bak met water, in een speciaal ingerichte zgn. Putterskooi. Zo'n g...

2024-04-25
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Putter

Putter - soort golfstok. Verre en lange eerste slagen, accurate tweede slagen naar de green en de betrouwbare putter waarmee de bal met steeds grotere regelmaat in een keer in de hole slaat. NRC Handelsblad, 29-07-85

2024-04-25
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

PUTTER

→ Vinken.

2024-04-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

putter

(de, -s), zijden of kleine koevogel, een soort troepiaal waarvan het mannetje staalblauw en het wijfje bruin is (Molothrus bonariensis minimus). Ook hoort hierbij de putter ( ), die veel in de stad voorkomt en die helemaal geen nest bouwt, maar zijn eieren in het nest van andere vogels legt ( ) (Feekes 22). - Etym.: Er is geen gelijkenis met de AN...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Putter

s., putter.