Gepubliceerd op 19-01-2021

Band

betekenis & definitie

1) Smal lint van katoen, wol, zijde enz., om te bevestigen, te binden, te garneeren : kouseband, bezemband; in fig. zin: iets dat de vrije beweging belemmert:

2) Ontleedk.: ligamentum de organische verbindingsmiddelen welke de beenderen van het skelet tot een bewegelijk geheel vereenigen, de verschillende organen op hun plaats houden, enz.
3) De omslag van een boek, bestemd om de bladen bijeen te houden; halflinnen band, prachtband;
4) Wanpenk.; een door twee evenwijdig loopende lijnen begrensde strook op een schild, loopende van den linkerbovennaar den rechterbenedenhoek;
5) sterrek. : Een der gordels van Jupiter.

< >