Gepubliceerd op 19-01-2021

Pieter jacob andriessen

betekenis & definitie

Nederl. schrijver, geb. te ’s-Gravenhage, 1815, overl. 1877. Van 1858 tot 1863 redigeerde hij De Nieuwe Recensent en van 1875 tot zijn dood Voor ’tjonge Volkje.

Hij schreef een serie van romantischhistorische werken voor jongelieden, daarin de geheele geschiedenis van Nederland en tijdperken uit de geschiedenis van andere landen behandelende. „Over ’t geheel kan men van’ de gansche serie zeggen, dat ze eschikte lectuur voor de schoolbibliotheek evat ; toch dragen sommige verhalen te veel het karakter van „gefabriceerd” te zijn, wat ze voor de jeugd minder aantrekkelijk maakt”. (Een duizendtal beoordeelingen, Amsterdam, 1899).

< >