familie van gladtandige slangen, Aglyphodomtes (zie ald.); de soorten worden gekenmerkt door de aanwezigheid van kleine rudimenten van achterste ledematen, naast de aars; allen hebben tanden op de boven- en onderkaken en de gehemelte- en vleugelbeenderen, sommigen ook op de tusschenkaken. Drie onderfamiliën: 1) Erycidae; korten, stompen staart, waaronder eenige schilden; leven op en onder den grond; geslachten: Eryx, Plastoseryx, Pseudoeryx, Wenonia, allen slechts middelmatige slangen bevattende, vertegenwoordigd in Amerika, Afrika en zuidelijk Azië; 2) Boaida; een grijpstaart, waaronder schilden, evenals de vorige geen tanden aan het tusschenkaaksbeen; geslachten: Enygrus, Lepobou, Tropidophis, Platygaster, Boa, Erebophis, Pelophilus, Eunectes, Xiphosoma, Natophis, Epicursius, Homalochilus, Epicrates, Chilabothrus; verreweg de meeste soorten bewonen Zuid-Amerika, eenige Madagaskar, Mauritius en Nieuw-Holland; de bekendste soorten zijn de Boa constrictor en de Eunectes murinus; 3) Pythonida; grijpstaart, aan de ondervlakte waarvan gepaarde schilden, tanden aan de tusschenkaaksbeenderen; geslachten: Python, 'Morelia, Liasis, Nardoa.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk