Gepubliceerd op 28-02-2021

Palaeothcrium

betekenis & definitie

een geslacht van fossiele onevenvingerigen (zie Hoefdieren), dat in den aanvang van de tertiaire periode leefde en aan het einde daarvan weer te niet ging.

Het meest bekende: Palaeotherium magnum C u v. (1—1,25 M. hoog) werd voor het eerst door Cuvier beschreven in het begin der 19e eeuw, nadat hij het dier „gerestaureerd” had uit enkele beenstukken, die gevonden waren in het gips van Montmartre bjj Parijs. Een later gevonden volledig geraamte van het dier bewees de juistheid van C.’s beschrijving. Het P. houdt het midden tusschen een tapir en een paard, heeft drie zichtbare vingers aan eiken voet en moet als de voorvader van het paard beschouwd worden, want daarmede is het door een onafgebroken reeks van tusschenvormen verbonden en bij de verdere ontwikkeling gingen twee van de drie vingers verloren en ontstond nit het P. het éénhoevige dier.

< >