elke ontzetting van eigendom, ontneming van het eigendomsrecht. Volgens de Grondwet (art. 151) kan niemand van zijn eigendom worden ontzet, dan na voorafgaande verklaring bij een wet, dat het algemeen nut de O. vordert en tegen vooraf genoten of verzekerde schadeloosstelling (dit laatste vereischte geldt niet wanneer oorlog, oproer, brand of watersnood een onverwijlde inbezitneming vordert).
De O. is gebaseerd op het beginsel, dat het bijzonder belang moet wijken voor het algemeen belang. O. kan alleen burgerrechterlijken eigendom treffen, geen publiekrechtelijken eigendom; zoo kunnen openbare wegen b.v. en wat een gemeente verder publiekrechtelijk bezit niet onteigend worden. De O. is hier te lande geregeld bij de wet van 1851, laatstelijk gewijzigd 1901. Zie ook Privaatrecht en Woningwet.
