(Heilige) tweede abt van Cluny, geb. bij Mans omstreeks 879, overl. te Tours 943, trad na zijn studiën te Parijs te hebben gedaan, in het Cistercienserklooster te Beaune. In 926 volgde hij Majellus op als abt van Cluny, aan welk klooster hij nu een school verbond, die spoedig alom vermaard werd.
Onder zijn bestuur nam Cluny zoozeer in aanzien toe dat haar monniken naar alle landen van het Westen werden ontboden om er de kloosters te hervormen. Van zijn geschriften zijn het meest beroemd: De eontemtu mundi, Tractatus super translationem Sti Benedicti, Hymni, Cantiea en Sermones.