hoofdstad van het dep. Indre-Loire, vroeger der prov.
Touraine, tusschen Loire en Cher; de zetel van een bisschop. Men vindt er een medisch-pharmaeeutische school, een seminarie, een bibliotheek, wetenschappelijke genootschappen, een krankzinnigengesticht, enz. De hoofdkerk St. Gatien is in gothischen stijl gebouwd. Merkwaardig zijn: het aartsbisschoppelijk-, het justitie- en het handelspaleis, het stadhuis, de kavaleriekazerne, de brug over de Loire, enz.; in 1901 als gemeente 64.695 inw. T. was vroeger het middelpunt der onder Lodewijk XI bloeiende industrie van Frankrijk, beroemd door de hier vervaardigde zijden stoffen. Fabrieken van zijden stoffen en linten, van laken, tapijten enz.Geschiedenis
De oude stad der Turonen was hoofdstad van Gallia Lugdunensis III; zij werd 853 en 903 door de Noormannen verwoest; 1206 kwam T. met het omliggend gebied, Touraine, aan Frankrijk; onder Lodewijk XI begon de stad te bloeien, totdat de godsdienstoorlogen daaraan een eind maakten. Van 13 Sept, tot 9 Dec. 1870 werd van T. uit de nationale verdediging geleid en van 9 Jan. tot 8 Maart 1871 was het door de Duitschers bezet.