opgericht te Rotterdam 19 December 1797, bedoelt de voortplanting en bevordering van het Christendom, in ?t bijzonder onder de heidenen. Sedert 1827 is Ned.-Indië uitsluitend het veld van zijn arbeid.
Het genootschap bestaat uit leden en begunstigers. In het zendelingshuis te Rotterdam worden kweekelingen verpleegd en bekwaam gemaakt voor het zendelingen gaat vooraf het examen door de commissie voor de Protestantsche kerken in Oosten West-Indië. Zendelingen zijn gevestigd op Noord-Celebes (in de Minahasa en te Posso), op Java en op Sumatra. Een instituut tot opleiding van inlandsehe onderwijzers, onder de leiding van den zendeling J. H. Hiebink Rooker, te Tomohon in de Minahasa van Menado, voorziet in de behoefte van onderwijzers voor de scholen van het genootschap.
Maandelijks ziet het z.g. „Maandbericht van het Ned. Zendelinggenootschap het licht, dat voornamelijk mededeelingen van de zendelingen zelf bevat; om de drie maanden wordt een tijdschrift uitgegeven onder den titel van: „Mededeelingen van wege het Ned. Zendelinggenootschap.
