Gepubliceerd op 23-02-2021

Muggen

betekenis & definitie

Tipulariae (bij Latreille Nemocera, Draadsprietigen), een groep insecten van de orde der Tweevleugeligen; de daartoe behoorende soorten hebben borstelvormige sprieten, samengesteld uit 6—17 leedjes; de vleugels zijn gewoonlijk lang en smal, dikwijls dicht behaard; de pooten zijn lang en draadvormig. Sommige M. hebben een langen, draadvormigen zuigsnuit, voorzien van steekborstels (zie plaat Insecten III fig. 3) en met vrije boven- en onderkaken, althans bij de wijfjes; deze vormen de onderafdeeling der steeïcmuggen, Cuculira; daartoe behooren de soorten van het geslacht Culex, w.o.

Culex pipiens en G. annulatus de algemeenste zijn. De wijfjes dezer groep leggen hare eieren in het tyater; de daaruit komende larven blijven in het water en aan de oppervlakte daarvan ademhalen door middel van een aan den laatsten achterlijfsring geplaatste ademhalingsbuis; zij zwemmen zeer vlug; na eenige verveningen veranderen zij in poppen, die geen voedsel meer tot zich nemen en nabij de wateroppervlakte blijven ronddrijven; eindelijk kruipt de mug door een spleet naar buiten en blijft dan op de afgestroopte huid nog zoolang zitten totdat de vleugels zich ontplooid hebben en hard zijn geworden. Alleen de wijfjes van het geslacht Culex hebben geheel ontwikkelde monddeelen en zijn het ook die lastig zijn door hun steken. Bekend is het zingend geluid, dat deze M. al vliegende maken; dit wordt voortgebracht deels door de snelle beweging der vleugels, deels door de uit de thorax-stigmata naar buiten stroomende lucht. Tot de steekmuggen behooren ook vele der insecten, die onder den algemeenen naam van muskieten (zie ald.) bekend zijn. De galmuggen, Cecidomyidae, of Tipulina gallicola, zijn die M., wier larven in plantenuitwassen leven; zij doen de kleine, kegelvormige uitwassen ontstaan, die men dikwijls op beukenbladen aantreft, de z.g. wilgenrozen, enz.; eenige soorten kunnen bij sterke vermenigvuldiging zeer schadelijk worden, vooral voor de graangewassen.Tot de galmuggen behooren soorten wier larven levende jongen baren, zoodat men hier een voortteling door als voedsters optredende larven heeft. Bij de vlinderachtige muggen, Tipulina noctuiformia, heeft de ranke lichaamsgedaante, aan het meerendeel der M. eigen, plaats gemaakt voor een meer ineen gedrongen bouw; de vleugels zijn breeder en tevens meer afgerond, overigens met franje omzet en doorgaans gemarmerd en van oogvlekjes voorzien; zij hebben de monddeelen en de veel-ledige sprieten der overige M.; het geheele lichaam is dicht met haartjes bezet. Deze z.g. vlindermuggen, die zelden grooter dan 3—4 millim. zijn, komen veel voor in huizen. De larven leven in rottende plantenstoffen. Tot de vliegmuggen, Tipulina musciformia, worden eenige geslachten gerekend die door haar algemeene lichaamsgedaante en korte sprieten meer op vliegen dan op M. gelijken, waarmede zij weinig meer dan de vier leedjes in de voelers gemeen hebben. Hiertoe behooren eerstens de haarmuggen, Bibio, met de z.g. zwarte vlieg, Bibio marei, die soms in groot aantal in de bloesems van appel- en pereboomen wordt aangetroffen, doch ten onrechte beschuldigd wordt van deze te beschadigen; haar larven overwinteren onder den grond en einde April komen daaruit de volkomen insecten.

Andere geslachten van vliegmuggen zijn Aspistes en de krieuwelmuggen Simulia; deze laatste hebben korte, krachtig ontwikkelde monddeelen, waarmee zij steken om bloed te zuigen; daarbij laten zij in de met de steekborstels gemaakte wonde een scherp vocht vloeien, waardoor de toevoer van bloed bevorderd wordt en later een ontsteking of gezwel wordt teweeg gebracht, zeer pijnlijk, vooral wanneer de spitsen der steekborstels in de wond zijn blijven steken. In de hoogere streken van ons land leeft Simulia marginata. Soms vermenigvuldigen zij zoo sterk, dat zij door haar menigte een even groote plaag worden als de muskieten, waartoe de in de tropen levende soorten ook veelal gerekend worden. Eenige soorten van M. treden in zoo groote menigte op, dat hare doode lichamen aan waterkanten dikwijls decimeters hoog liggen opgehoopt.

< >