(grieksch Megale-Polis, groote stad) de latere, goed versterkte bondsstad van Arcadië, na den slag bij Leuctra door Epaminondas door vereeniging der inwoners van 40 kleine vlekken van Arcadië ter bescherming tegen de Spartanen gesticht en 368 v. Chr voltooid, lag in de kom van een dal aan de rivier Helisson en telde met haar geheele gebied 60—70.000 inw.
Na den dood van Alexander den Grooten traden in M. tirannen op, waarvan de laatste, Lydiades, vrijwillig van zijn heerschappij afstand deed en de stad bij het achaeïsch verbond voegde. Zij werd daarom door koning Cleomenes III van Sparta in 222 veroverd, geplunderd en grootendeels verwoest. Thans liggen daar de velden van het dorp Sinano, waarin sedert 1890 de engelsche archeologische school te Athene ten zuiden van den Helisson het theater, ten noorden der rivier de stoa van koning Philippus aan de noordzijde der markt, het Thersileum en den tempel van Zeus Soter uit het eind der 4de eeuw opgegraven heeft, M. is de geboorteplaats van den veldheer Philopoemen en den geschiedschrijver Polybius; 1200 inw.M. is mede de naam eener eparchie van de nomarchie Arcadië.