of De L’obel, of Lobelius, plantenkenner, in 1538 te Rijssel geb., studeerde te Montpellier onder Roudelet in de medicijnen en verwierf zich vooral door zijn reizen, op eene van welke hij te Narbonne zijn lateren medewerker Peter Pena leerde kennen, zoo groote botanische kennis als slechts weinigen zijner tijdgenooten bezaten. L. leefde eenigen tijd als geneesheer eerst te Antwerpen en daarna te Delft, was lijfarts van den prins van Oranje en ging na den dood van dezen in den dienst der Staten over.
Later ging hij naar Engeland, waar hem het opzicht over den koninkl. tuin te Hackney werd opgedragen, en hij in 1616 te Highgate bij Londen overleed. Zijn voornaamste schriften zijn: Stirpium nova adversaria eet., authoribus P. Pena et M. de Lobet (Lond. 1570 en meerm.), Planta non seu stirpium historia: cui adnexum est Adversariorum volumen (Antw. 1576), Plantarum seu stirpium icones (2 dln., Antw. 1581 en 1591). Na den dood van L. gaf W. Hors de Stirpium Illustrationes (Lond. 1655) uit.