(graaf) Zweedsch staatsman en schrijver, geb. 10 Oct. 1779 te Dresden, waar zijn vader secretaris bij de Zweedsche legatie was, trad in dienst, werd door zijn gedrag in den Pruisischen oorlog snel bevorderd, zag zich in 1809 belast met het voeren van geheime onderhandelingen met Napoleon, ging in 1813 met het zweedsche leger naar Duitschland, nam deel aan de veldslagen bij Groszbeeren, Dennewitz en Loipzig, streed daarna in Noorwegen, en sloot ten slotte met prins Christiaan Frederik de conventie van Mosz af, welke de vereeniging. van Zweden en Noorwegen onder één hoofd tengevolge had; hij doorliep voorts nog allerlei rangen in het leger, kreeg 1826 den graventitel, was van 1828—16 zweedsch ambassadeur in Engeland, en overleed te Stokholm, 0 Oct. 1817. In zijn politieke en staatswetenschappelijke geschriften blijkt hij de gematigd liberale beginselen toegedaan; de voorn. zijner geschriften zijn: Om beskattningens grimder i Sverige (1832), Det Bnttiska lliket i Ostindien (1839), en „Theogonie, Philosophie en Cosmogonie der Hindoes“ (1813).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
