koning van Thracië, overl. 282 v. Chr., was een der veldheeren van Alexander, erlangde na diens dood Thracië, dat hij niet dan met moeite in zijn bezit kon houden, aangezien de inwoners zich herhaalde malen ernstig tegen hem verzetten.
Met Cassander, Ptolemaeus en Seleucus sloot hij een verbond tegen Antigonus en diens zoon Demetrius, ter verdeeling van de landen door Alexander veroverd. In den slag bij Ipsus 301 v. Chr., behaalden zij de overwinning; L. ontving nu voor zijn deel Thracië en Klein-Azië tot de Halys en den Taurus en nam den titel van koning aan. Daarna voerde hij oorlog tegen de Geten, die hem overwonnen en gevangen namen. Spoedig werd hij echter weer in vrijheid gesteld, daar hij zijn dochter aan hun koning ten huwelijk gaf. Met Pyrrhus van Epirus en Ptolemaeus veroverde hij Macedonië, dat hij na het eerst met eerstgenoemde te hebben gedeeld, ten slotte alleen behield.
Het Vermoorden van zijn zoon Agathocles op aanhitsen van zijn tweede vrouw Arsinóe gepleegd, was evenwel oorzaak dat er onlusten in zijn rijk ontstonden, o. a. in Klein Azië, waar de landvoogd Philetunes Seleucus van Syrië te hulp riep, om zijn gezag af te werpen. Hij trok tegen deze op maar Verloor den slag van Couroupedion, waarin hij sneuvelde.