Gepubliceerd op 23-02-2021

Lowendahl

betekenis & definitie

of Loevendal, (Ulrich Fr ederik Waldemar, graaf van) maarschalk van Frankrijk, geboren te Hamburg 1700, overl. te Parijs 1755, stamde door zijn grootvader af van koning Frederik III van Denemarken. Op dertien-jarigen leeftijd nam hij dienst in het leger des keizers; hij maakte de veldtochten mede tegen de Turken in Hongarije en de Spanjaarden op Sicilië en trad in 1734 als generaal in russischen dienst.

Hij versloeg de Turken bij Choczim (1739) en overwon de Zweden in Finland (1747). In hetzelfde jaar schaarde hij zich, op aandringen van den maarschalk van Saksen, onder de vanen van Lodewijk XV, vocht bij Fontenoy, Oudenaarde en Nieuwpoort, maakte zich van het voor onneembaar geldend Bergen-op-Zoom meester (1747), een wapenfeit, dat hem den maarschalksstaf verschafte, en in 1748 door de inneming van Maastricht werd gevolgd. L. was lid van de „Académie des Sciences” te Parijs.

< >