fort in de gemeente Poederoijen, Gelderland, behoorde oudtijds aan Holland. Het heeft vele belegeringen doorstaan.
In 1397 werd het genomen door graaf Willem van Oostervant, in 1570 nam Herman de Ruyter het in en verdedigde het tegen de Spanjaarden. In Jan. 1795 werd het fort door de Franschen en in Dec. 1813 door de Gealliëerden bezet. L. heeft ook verscheidene malen tot staatsgevangenis gediend: gravin Jacoba van Beieren deed er in 1417 eenige aanhangers van Willem van Arkel opsluiten. De geschiedenis van De Groot is bekend. Gelijktijdig met De Groot was Hoogerbeets op L. gekerkerd, maar deze bleef er tot 1626. In 1650 was het fort de verblijfplaats van Jacob de Wit en andere Hollandsche staatslieden; in 1661 van den engelschen admiraal George Ascue, van 1693—97 van Simon van Halewijn en van den franschen schrijver Du Plessis, van 1793—95 van den graaf van Bijland, den bevelhebber van Hulst, van 1809—13 van eenige spaansche, russische en engelsehe krijgsgevangenen, en in 1831 van eenige belgische krijgsgevangenen. L. is nog een belangrijk punt van onze verdediging; in 1814 werd het bij Gelderland gevoegd.