Nederlandsch letterkundige, geb. te Hoogstraten 1838, ontving zijn opleiding aan de normaalschool te Lier, werd hoofdonderwijzer te Antwerpen, hulponderwijzer te Meir, kantonnaal opziener der staatsscholen en in 1879 provinciaal opziener van het vrije onderwijs. Het hoofdwerk van K. is: Het Menschdoin verlost (1872, ’73, ’75, ’78), een grootsch opgezet epos vol treffende dramatische en fraai lyrische passages.
Voorts schreef hij: Krijgslied der Vlamingen (1873), Eene ode aan Vondel (1878), Galerij van Vaderlandsche Tafereelen opgehangen rond de wieg van F. F. Rubens (1878), Kerk en Faus, Jubelzang op hel gouden priesterschap van Zijne Heiligheid Leo XIII (1887), Diest en de H. Joannes Berchmans (1888).